Begin jaren negentig was het Binnenhuis in de Huiden- straat dé toonaangevende interieurzaak in Amsterdam. De door Yvonne Hulst gerunde winkel presenteerde in een minimalistische setting heruitgaven van modernistische ontwerpen van grootheden als Eileen Grey, Le Corbusier, Mies van der Rohe en Mariano Fortuny en introduceerde de net internationaal doorbrekende Philippe Starck in de grachtengordel.
Teneinde haar nouveau riche klantenkring nog beter te kunnen faciliteren, verhuurde
zij de bovenste etages van
haar pand aan een jong interieurbureau, Food for Building uit Utrecht. Het werd
gerund door autodidact Servaas van Dijk - Faas voor vrienden en klanten - en
zijn partner Alex van Straten. Het werd al snel duidelijk dat hij de provincie
was ontgroeid en zich moeiteloos aanpaste
aan het hoge verwachtingspatroon van de verwende Amsterdamse consument.
Nadat Hulst had besloten zich meer te
richten op buitenlandse activiteiten zorgde Van Dijk, inmiddels zonder partner, voor continuïteit. Lange tijd was het Binnenhuis de enige plek in het
centrum van Amsterdam waar Italiaanse
A-labels als B & B en Minotti verkrijgbaar waren. Steeds vaker werd
Van Dijk niet alleen gevraagd om de meubels te leveren, mar ook een ruimtelijk
concept te bedenken en zorg te dragen voor de verbouwing.
Parallel hieraan begon hij steeds meer eigen ontwerpen te produceren. En met
succes. Met een bijna maniakale vasthoudendheid in het streven naar perfectie slaagde Van Dijk erin collecties stoelen,
fauteuils, tafels, kasten en bedden te
produceren die in veel opzichten konden concurreren met buitenlandse
voorbeelden. Onder de naam Ozenfant, vernoemd naar de Franse kubistische
schilder, ontwikkelde hij steeds ambitieuzere
meubels, uitgevoerd in luxueuze materialen. Leunden de eerste collecties nog
sterk op grote voorbeelden als de Franse vooroorlogse minimalistische
interieurontwerper Jean-Michel Frank of diens succesvolle hedendaagse evenknie
Christian Liaigre, naarmate de tijd vorderde, ontstond steeds meer een eigen signatuur.
Wat bleef was de minutieuze aandacht voor detail, maar hoe zelfverzekerder hij
werd over de kwaliteit van zijn ontwerpen, des te groter werd de
experimenteerdrift. Ondanks een gebrek aan formele opleiding was Van Dijk niet
alleen veeleisend voor zichzelf, zijn medewerkers en de producenten van zijn
meubels, maar ook voor zijn opdrachtgevers. Het kwam regelmatig voor dat hij
projecten teruggaf aan
Zijn
creativiteit was omgekeerd evenredig aan zijn zakelijk talent
klanten die alle
inspanningen in zijn ogen simpelweg niet waard waren. Ook raakte hij regelmatig
gefrustreerd door de weerbarstigheid van het bouwproces. Zo ging hij eens op
een bouwplaats een aannemer met een klauwhamer te lijf. Deze radicale
instelling kwam zijn onderneming niet altijd ten goede. Zijn creativiteit was
omgekeerd evenredig aan zijn zakelijk talent. In zijn persoonlijke leven nam
hij steeds vaker een even compromisloze houding aan als in zijn professionele
bestaan, hetgeen wellicht enigszins bijdraagt aan begrip voor zijn ultieme
beslissing. Faas van Dijk laat op 52-jarige leeftijd een zoon, een geliefde en
een helaas te klein oeuvre achter.
RONALD HOOFT
Bron: Parool Amsterdam, 20 september 2012