In de afgelopen maanden heeft paus Franciscus opmerkelijke uitspraken gedaan over Kerk en samenleving. Wat was zijn punt?
Door kapelaan Jim Schilder voor NicolaasNieuws Advent 2013
Paus Franciscus is populair in Nederland, zo bleek onlangs uit een onderzoek. De Nederlandse bevolking gaf hem het rapportcijfer 7. Van de katholieke Nederlanders had 90 procent vertrouwen in hem, en 80 procent was zelfs trots op hem. Twee derde van de katholieken dacht dat paus Franciscus de rooms-katholieke Kerk zal veranderen. Ook protestanten gaven aan de paus te waarderen: op alle vijf de bevraagde eigenschappen (sympathiek, vernieuwend, verrassend, charismatisch en krachtig) werd Franciscus positief tot zeer positief beoordeeld.
Na jaren van kritiek en desinteresse van de buitenwereld jegens het Vaticaan is nu sprake van grote, en vaak positieve belangstelling. Voor een deel zit dat in de vorm, in hóe hij handelt - recht toe recht aan, zonder omhaal van woorden - en voor een deel in wat hij zegt en doet. Al vanaf zijn eerste optreden maakte de paus indruk door de menigte op het St. Pieterplein te begroeten met een eenvoudig "Goedenavond" en met het verzoek voor hem te bidden. Later zagen we hem de voeten wassen van jonge gevangenen. Hij uitte zich in scherpe taal over diverse vormen van onrecht. In een vliegtuig ging hij onvoorbereid in gesprek met de wereldpers, en trok de aandacht met een opmerking over homoseksuelen: "Wie ben ik om te oordelen?" Het zat ook in de keuze van zijn naam: Franciscus, de heilige die het opnam voor armen en kwetsbaren, en die in een visioen van Jezus te horen kreeg: "Herstel mijn kerk."
In interviews zei Fransiscus dat de Kerk zich soms heeft "laten inkapselen in details en kleine voorschriften". Ook zei hij: "We kunnen niet zomaar hameren op de problemen rond abortus, het homohuwelijk en het gebruik van anticonceptie. Ik heb nooit heel veel over die zaken gepraat en dat is me vaak kwalijk genomen. Maar als men erover spreekt, dan moet dat binnen een bepaalde context. Wat betreft de standpunten van de Kerk - men kent ze trouwens, ik ben immers een zoon van de kerk - is het niet nodig daar continu over te praten."
De paus vergeleek de Kerk met een veldhospitaal na een slag. "Het heeft geen zin om aan een zwaargewonde te vragen hoe hoog zijn cholesterolgehalte is en hoe het zit met zijn suikergehalte. Men moet eerst zijn wonden helen, pas nadien kan men over de rest praten. Wonden helen, wonden verzorgen..." Met een missie. Een missionaire verkondiging, meent de paus, "concentreert zich op het noodzakelijke, wat overigens ook datgene is waarvoor men het meest warmloopt en wat het meest aantrekt, namelijk dat wat het hart doet branden, zoals bij de leerlingen van Emmaüs". Dan volgt een belangrijke opmerking: "Anders dreigt ook het morele bouwwerk van de Kerk als een kaartenhuis in te storten en riskeert men de frisheid en de aangename geur van het Evangelie te verliezen. De evangelische boodschap moet met meer eenvoud, diepte en vuur worden voorgeschoteld. Uit deze boodschap vloeien de morele consequenties voort."
De paus erkent hier dat de Kerk een groot probleem heeft. Hij erkent de kloof die is ontstaan tussen Kerk en samenleving. Hij meent dat het volstrekt verkeerd zou zijn om je terug te trekken in een bastion van het grote gelijk, want het Evangelie is bedoeld om verkondigd te worden, juist in de buitenwereld. Ga in het gesprek, zei Fransiscus, en doe dat zonder te willen bekeren; toon de schoonheid van de boodschap. En tegen een paar miljoen jongeren in Rio de Janeiro zei hij de afgelopen zomer:"Ga, wees niet bang, en dien."
Comments, questions or E-mails welcome: ajbrenninkmeijer (a) gmail.com
No comments:
Post a Comment