Het sneeuwbalsysteem van Bernard Joseph
Het is hier de plaats om een enkel woord te zeggen over de invloed, die Bernard Joseph381 op de zakenpolitiek van C&A heeft gehad. Meer wordt daarover gezegd in het afzonderlijke hoofdstuk, dat aan dit onderwerp is gewijd.
Zoals op pagina 8 is medegedeeld, werd bij de opening van de zaak Leidsestraat in 1896 de leiding van deze zaak in handen gegeven van Bernard Joseph381, de jongste zoon van oprichter Clemens Brenninkmejer, en de jongste van de firmanten. Bernard Joseph was toen 25 jaar oud. Hij was een dynamische figuur met eigen oorspronkelijke ideeën. Ondanks de energie, die hij bij de leiding van de zaak Leidsestraat aan de dag legde, gelukte het hem toch niet deze zaak, waarin in hoofdzaak beter goed werd verkocht, tot grote bloei te brengen.
Na verloop van tijd kwam hij meer en meer tot
de overtuiging, dat hij met deze wijze van zakendoen op de verkeerde weg was. Zijn gedachten en inzichten kwamen in het
kort hierop neer: Uit de statistieken
blijkt, dat slechts 4% van de Nederlandse bevolking meer dan fl. 6.000,- per
jaar verdient. Als men nu bedenkt, dat
alle confectiezaken in Nederland er zich alleen maar op toeleggen deze 4% te
bedienen, dan is het toch duidelijk, dat er bij de overige 96% een groot
terrein braak ligt, vooral wanneer rekening gehouden wordt met de verwachting, dat als gevolg van
de sociale hervormingen de koopkracht van deze 96% van de bevolking in de loop
der jaren aanzienlijk zal stijgen. Dit
braakliggende terrein kan worden gewonnen door grote hoeveelheden bruikbare
confectie aan te bieden tegen prijzen, die door de massa kunnen worde betaald. Door de te verwachten hogere omzet kan de
calculatie per stuk laag gehouden worden, en zo kan zich een sneeuwbal-systeem
ontwikkelen, dat tot steeds hogere omzetten leidt.
Toen Bernard
Joseph381 aan het hoofd kwam te staan
van de dameszaak Nieuwendijk kreeg hij de gelegenheid zijn denkbeelden te
verwezenlijken. Ook Clemens387, die de inzichten van Bernard Joseph deelde,
begon in de nieuwe zaak Rotterdam van meet af aan dezelfde methoden te
volgen. De nieuwe methode had direct
succes. De omzet van Rotterdam Dameszaak
bedroeg in het openingsjaar 1908 (van April af) ruim fl. 70.000,- en steeg in
het jaar 1909 tot ruim fl. 146.000,-. In
de dameszaak Nieuwendijk te Amsterdam bedroegen de omzetten over de jaren 1908,
1909 en 1910 onderscheidenlijk fl. 233.802,-, fl. 335.089,- en fl.
487.426,-. De jaarwinsten, die vóór 1907
nooit boven de fl. 50.000,- waren gestegen, wijzen in de zelfde richting; de
winst over 1908 bedroeg fl. 62.000,-, over 1909 fl. 61.000,- en over 1910 niet
minder dan fl. 182.000,-. Van deze fl.
182.000,- werd door de dameszaak aan de Nieuwendijk bijgedragen met fl.
83.000,- en door de dameszaak te Rotterdam met fl. 33.000,-.
No comments:
Post a Comment